Fotocredits: Hello Pinecone
'Mijn dochters zijn met ruim 32 weken zwangerschap geboren'. Hoe is dat voor jou als moeder? Ruth vertelt haar verhaal.
Zo’n 8% van de baby’s in Nederland wordt te vroeg geboren. Dat wil zeggen voor de 37e week zwangerschap. Hoe is dat voor jou als moeder? Wat komt er dan allemaal op je af? Lees hier het verhaal van Ruth, moeder van een te vroeg geboren drieling.
Met 28 weken zwangerschap liepen Peter en ik voor het eerst de neonatologie afdeling in het ziekenhuis op. We kregen een rondleiding omdat vast stond dat onze dochters te vroeg geboren zouden worden. Jassen uit, tassen op de gang, handen ontsmetten en daarna pas de kamers in. Kleine en fragiele baby’s in couveuses of warmtebedjes, overal computerschermen, heel veel piepjes, snoeren en een ontsmettingslucht die nog lang in je neus bleef zitten. Indrukwekkend en onwerkelijk. Totdat onze dochters ineens ook daar lagen.
Mijn dochters zijn met ruim 32 weken zwangerschap geboren. Doordat de bevalling bij mij vrij plotseling begonnen is en snel ging, was er geen tijd meer voor weeënremmers en longrijpingsprikken. Daarnaast kreeg ik een spoedkeizersnee met algehele narcose. Door al deze dingen bij elkaar was het spannend of onze meisjes allemaal gelijk zelfstandig konden ademen. Dat was gelukkig wel het geval, waardoor ze niet naar een academisch ziekenhuis hoefden en in ons eigen ziekenhuis konden blijven.
Ondanks dat er maar 135 gram verschil zat in gewicht tussen de zwaarste en de lichtste was er wel degelijk verschil in de krachten van onze dochters. Daar waar een van de drie geen ondersteuning nodig had, kregen de andere twee korte tijd CPAP. Dat is een kapje dat vrij stevig om het neusje en mondje van je baby zit en waarmee lucht in de longetjes wordt geperst. Net zoals het makkelijker is om een ballon waar al lucht in zit op te blazen is het voor premature baby’s op deze manier ook net iets makkelijker om te ademen.
Vooral in het begin vond ik het erg moeilijk om mijn dochters te zien liggen met al die toeters en bellen aan hun kleine lichaampjes vast gemaakt; een infuus dat bijna net zo groot was als hun armpje, een sonde in hun neus voor de voeding, allerlei plakkers op hun lijf om hun hartslag, ademhaling en zuurstofgehalte te registreren. Zo klein en afhankelijk. En ook als ouders ben je overgeleverd aan de zorg van het medisch personeel.
De periode in het ziekenhuis heb ik beleefd als een soort grote bubbel. Het ziekenhuis was onze wereld geworden waar we een groot deel van de dag verbleven om onze dochters te verzorgen, ze te voeden en met ze te buidelen. Het ziekenhuispersoneel zagen we vaker dan vrienden en familie, waardoor je in korte tijd toch ook best aan ze hecht. Buiten het ziekenhuis ging het normale leven verder, maar ons leven stond voor m’n gevoel echt een tijdje helemaal stil.
Iedere dag weer afscheid nemen, met lege handen thuis komen, jezelf niet compleet voelen omdat je kind niet bij je is. Vermoeidheid, kolven, zelf herstellen. Het dichtbij mee maken van een vroeggeboorte is een zwaar en emotioneel proces.
Ook al groeiden onze dochters goed en maakte ze steeds weer stappen vooruit, toch voelde ik een continue angst tijdens deze periode. Bang dat er nog iets mis kon gaan, dat ze iets zouden oplopen, dat ze misschien toch iets zouden mankeren als gevolg van hun vroeggeboorte. Ik vond het dan ook best eng toen al vrij snel besloten werd dat ze uit hun couveuse mochten, over naar een gewoon bedje. Ging het niet allemaal te snel? Veel dingen voelen zo ontzettend dubbel. Blijdschap, spanning, onzekerheid en angst wisselden elkaar regelmatig af.
Te vroeg geboren baby’s hebben vaak last van ‘dipjes’. Op die momenten stopt hun ademhaling eventjes of zakt hun hartslag te laag en daarmee ook het zuurstofgehalte in hun bloed. De monitor waaraan ze liggen registreert dit en slaat dan alarm. Regelmatig hoorde je dit soort bellen gaan. En iedere keer is het toch weer eventjes spannend of ze zichzelf herstellen of hier hulp bij nodig hebben. Blijkt op een gegeven moment dat ze 48 uur geen dipjes hebben gehad, dan mogen ze van de monitor af.
We leefden hier zo naar toe, want iedere stap was weer een stap dichter naar huis. Tot het moment dan ineens daar is. Van de monitor af. Doodeng, want ineens moet je er gewoon maar op vertrouwen dat alles goed gaat en je kind het zonder enige ondersteuning kan. En dan uiteindelijk naar huis. Iets waar je op een gegeven moment zo aan toe bent, vond ik ineens ook vreselijk moeilijk en een enorme stap. Het liefst nam ik ze met monitor en al mee naar huis.
Vertrouwen dat het goed ging heb ik echt moeten opbouwen. Een vroeggeboorte brengt risico’s met zich mee en daar ben ik me altijd bewust van geweest. Regelmatig hadden we controles bij de kinderarts in het ziekenhuis. Daarnaast kwam er geregeld een fysiotherapeut bij ons thuis langs die mee keek hoe onze meisjes zich ontwikkelden. Het is dan toch fijn om weer even bevestigd te krijgen dat alles goed met ze gaat. Ik besef me wel degelijk dat dat ook anders had kunnen zijn.
Onze dochters zijn nu 17 maanden oud. Tot hun 2e levensjaar wordt hun leeftijd nog gecorrigeerd. Dat betekent dat je qua ontwikkeling uit moet gaan van de uitgerekende datum in plaats van hun geboortedatum. In het begin was ik hier best vaak mee aan het rekenen. Ik merk nu dat ik dit meer laat varen omdat het verschil eigenlijk nog minimaal is met een ander kind van hun leeftijd.
Laatst brachten we zomaar een bezoekje aan de neonatologie afdeling, om nog eens even te kijken waar het allemaal begon. Bijzonder hoe bekend en vertrouwd alles dan gelijk weer voelt en ruikt. Inmiddels heb ik deze intense periode wel aardig een plekje kunnen geven, maar dat heeft tijd nodig gehad. Ik raad andere ouders dan ook zeker aan om daar de tijd voor te nemen.
Ruth
Andere artikelen in deze categorie