Anticonceptie na de bevalling

Waarschijnlijk heb je een heleboel andere dingen aan je hoofd dan seks, maar anticonceptie na de bevalling is een belangrijk onderwerp om goed over na te denken. Je bent namelijk al vrij snel na het klaren van deze oerklus weer vruchtbaar!

Bescherming tegen zwangerschap

Je bent vast druk met het uitvogelen van je nieuwe baby’tje en moet zowel lichamelijk als geestelijk nog flink bijkomen van de prestatie die je hebt geleverd: je bevalling. Toch is het handig om alvast te bedenken of en hoe je je wilt beschermen tegen een (snelle) nieuwe zwangerschap.

Anticonceptie na de bevalling heeft wat haken en ogen; het is van een aantal factoren afhankelijk welke methode voor jou de beste is. Geef je borstvoeding? Hoe snel wil je weer zwanger worden? Wil je überhaupt nog een baby? Je verloskundige zal je hier tijdens de nacontroles ook over adviseren. 

(On)vruchtbaar met borstvoeding: misverstand

Er wordt vaak gezegd dat je niet vruchtbaar bent als je borstvoeding geeft. Dit is een flink misverstand! De kans op een zwangerschap is kleiner, maar hij is er wél. Borstvoeding geven is dus absoluut geen anticonceptiemiddel.

Betrouwbare anticonceptiemiddelen

Dit zijn de middelen die wel betrouwbaar zijn:

Oestrogeenvrije pil / minipil

Als je borstvoeding geeft, kun je zes weken na de bevalling met de pil beginnen. Kies dan wel voor de minipil. Dit is een anticonceptiepil met alleen het hormoon progestageen. Het hormoon oestrogeen, dat een negatieve invloed op de kwaliteit en hoeveelheid melk kan hebben, zit er niet in. Hij is even betrouwbaar als de ‘normale’ combinatiepil en heeft geen stopweek. Na de laatste pil start je direct met een nieuwe strip.

Pil / combinatiepil

Als je flesvoeding geeft, kun je na drie weken met een combinatiepil beginnen. Deze bevat zowel het hormoon oestrogeen als progestageen. Er zijn verschillende soorten en merken pillen met twee hormonen. Ook bestaan er éénfasepillen en meerfasenpillen. In een strip van een eenfasepil hebben alle pillen dezelfde hoeveelheid oestrogeen en progestageen. In de strip van de tweefasen-, driefasen- en vierfasenpil hebben de pillen een verschillende hoeveelheid hormonen. Je huisarts kan je advies geven over welke pil voor jou het meest geschikt is. 

De combinatiepil heeft meestal 21 pillen in een strip, waarna een stopweek volgt en je ongesteld wordt. Je kunt met deze pil de menstruatie ook uitstellen of zelfs overslaan als dat je beter uitkomt.

Spiraaltje

Als je een spiraaltje laat plaatsen, hoef je jarenlang niet meer aan anticonceptie te denken. Handig! Je huisarts, gynaecoloog of verloskundige kan dit voor je doen. Dit kan echter pas als je baarmoeder weer tot haar normale grootte is geslonken en niet eerder dan zes weken na je bevalling. Een spiraaltje mag je gebruiken tijdens de borstvoedingsperiode. Nadeel is dat je er je menstruatie niet mee kunt overslaan, verschuiven of uitstellen.

Een hormoonspiraaltje bevat progestageen en geeft hiervan steeds een kleine hoeveelheid af. Het beschermt je 5 jaar tegen zwangerschap. Het koperspiraaltje bevat geen hormonen en is dus een goed alternatief als je geen hormonen in je lijf mag of wilt. Een koperspiraal is 5 tot 10 jaar betrouwbaar, afhankelijk van de soort die je kiest.

Prikpil

Bij de prikpil krijg je eens per drie maanden een injectie toegediend door je arts. Voordeel is dus dat je lang niet over anticonceptie hoeft na te denken. Nadeel is dat je ook met deze methode geen stopweek hebt en je menstruatie niet kunt overslaan, verschuiven of uitstellen.

Als je borstvoeding geeft, wordt aangeraden om er zes weken na de bevalling mee te starten. Geef je flesvoeding, dan is de start afhankelijk van het merk prikpil dat je gebruikt.

Anticonceptiestaafje

Met het anticonceptiestaafje ben je drie jaar lang beschermd tegen zwangerschap. Ook bij deze methode hoef je er na plaatsing dus jarenlang niet aan te denken! Het kleine staafje zit in je bovenarm en geeft continu een kleine dosis hormonen af. Het inbrengen duurt slechts 30 seconden en wordt gedaan door een arts of verloskundige. Je hebt bij deze optie geen stopweek en kunt je menstruatie dus niet beïnvloeden. 

Het staafje kan gewoon gebruikt worden als je borstvoeding geeft. Wel wordt geadviseerd om ‘m pas na de 4e week na je bevalling te laten plaatsen. Geef je flesvoeding, dan kan ie het best geplaatst worden tussen de 21e en 28e dag na de bevalling.

Anticonceptiepleister

De anticonceptiepleister is een wekelijkse anticonceptiemethode. De pleisters geven drie weken geleidelijk hormonen af, waarna een stopweek volgt. Een pleister werkt één week, dus je moet er drie keer per cyclus eentje op je lichaam plakken. Je kunt met de anticonceptiepleister je menstruatie ook overslaan, verschuiven of uitstellen, dus dat is fijn!

Nadeel is dat de pleister los kan raken en dan minder/niet betrouwbaar is. Ook wordt deze methode afgeraden als je borstvoeding geeft.

Anticonceptiering

Met de anticonceptiering ben je een maand lang beschermd tegen zwangerschap. Het is een flexibele ring die je zelf in je vagina inbrengt en drie weken blijft zitten. Je kunt hiermee ook je menstruatie timen als dat je beter uitkomt. Door het ontwerp en het materiaal zal de anticonceptiering er niet uitvallen en voel je ‘m ook niet zitten. 

Zolang je borstvoeding geeft, wordt het afgeraden om deze anticonceptiemethode te gebruiken. Als je kindje de fles krijgt, kun je het beste tussen de 21e en 28e dag na je bevalling starten.

Barrièremethode

Een condoom (voor mannen of vrouwen) en pessarium worden ook wel barrièremethodes genoemd. Voor de betrouwbaarheid hiervan is het vooral belangrijk dat je ze op de juiste manier gebruikt. Je plaatst ze vlak voor je seks gaat hebben. Aangeraden wordt om er voor de zekerheid ook nog een zaaddodende crème of pasta bij te gebruiken. 

Sterilisatie

Als je zeker weet dat je geen kinderen meer wil, kun je voor sterilisatie kiezen. Dit kan bij zowel de man als de vrouw; bij de man worden de zaadleiders afgesloten en bij de vrouw de eileiders. In principe ben je na sterilisatie blijvend onvruchtbaar, vandaar dat het belangrijk is om hier heel goed over na te denken. 

Laat je voorlichten

Je ziet, er zijn vrij veel opties voor anticonceptie na de bevalling. Misschien gebruikte je voor je zwanger werd al een bepaalde methode, en wil je daar graag mee doorgaan. Of wellicht kies je juist voor iets heel anders? Laat je altijd goed voorlichten door een arts, gynaecoloog of verloskundige. Dan vind je ongetwijfeld het anticonceptiemiddel waar jij je het prettigst bij voelt.

Bronnen: anticonceptie.nl, thuisarts.nl, borstvoeding.com, gezondheidsplein.nl