Soorten weeën

De uitgerekende datum komt steeds dichterbij en jij bent al zo goed als helemaal voorbereid op de bevalling. Zo goed als ja, want je kunt natuurlijk nooit van tevoren precies weten hoe de bevalling gaat. Vooral de weeën kunnen heel ingewikkeld zijn. Er zijn namelijk verschillende soorten weeën. Welke soorten weeën zijn er eigenlijk? Wij vertellen je alles over weeën.

Soorten weeën 

De ene wee is de ander niet daarom is het ook heel normaal dat je bij ieder krampje denkt: waaah, zou het? Er zijn veel verschillende soorten weeën en daarom is het handig om het verschil te weten.

Valse weeën

Deze weeën kunnen al in de zesde week van de zwangerschap beginnen, maar meestal voel je ze nog niet. In de laatste maanden van je zwangerschap kan je ze wel voelen. Je kan dan plotseling een harde buik krijgen. Niet alle vrouwen voelen valse weeën (ook wel bekend als Braxton Hicks-weeën).

Oefenweeën 

In de laatste weken van de zwangerschap is het normaal dat je last krijgt van oefenweeën. Meestal krijg je deze weeën 's nachts, omdat je baarmoeder dan het meest actief is. De oefenweeën herken je doordat ze, in tegenstelling tot echte weeën, niet in kracht en duur toenemen. Bij oefenweeën trekt de baarmoeder nog niet in haar geheel samen en duren de samentrekkingen nog niet zo lang als bij de echte weeën. Meestal worden deze weeën vanzelf weer minder en verdwijnen dan.

Buik- rug- en beenweeën

Buikweeën komen het meest voor. Hierbij voel je kramp in je buik. Je kunt de buikweeën een beetje verminderen door zo goed mogelijk te ontspannen, een warmwaterkruik op je buik te leggen of ademhalingsoefeningen te doen. Bij rugweeën straalt de pijn het meest uit naar je rug. Ook hier helpt warmte, een goede houding en tegendruk geven door bijvoorbeeld je partner. Met beenweeën voel je de pijn vooral in je bovenbenen. Dit is een nare vorm van weeën omdat je moeilijk de pijn op kan vangen. Het helpt om bij deze pijn je bovenbenen stevig te (laten) masseren.

Indalingsweeën

De indalingsweeën zijn eigenlijk een signaal dat de baby bezig is met de indaling in je bekken. Je kunt er al last van krijgen vanaf de 30e week van je zwangerschap, maar meestal krijg je pas indalingsweeën rond de 34e of 35e week. Dit gaat helaas soms gepaard met harde buiken en trekpijnen in de onderbuik. Deze pijn kan op de bevallingspijn lijken, maar doordat de indalingsweeën niet sterker worden en vanzelf weer ophouden, weet je dat dit niet het geval is.

Ontsluitingsweeën

Wanneer je last van weeën hebt en ze om de 4 tot 5 minuten terug komen heb je ontsluitingsweeën. Dan is het tijd om de verloskundige te bellen. Zij kan beoordelen hoeveel centimeter ontsluiting je hebt en verdere afspraken met je maken. Meestal geldt, hoe sterker en langer de wee, hoe sneller en groter de ontsluiting wordt. In de tweede helft van de bevalling zal de tijd tussen de weeën korter worden, zo'n 2 tot 3 minuten.

Persweeën

Persweeën zijn nog krachtiger dan ontsluitingsweeën. Zo'n wee valt niet meer weg te zuchten en je spant dan ook automatisch je buikspieren samen om mee te persen op de pijn. Bij de perswee heb je vaak al 8 of 9 centimeter ontsluiting. Deze weeën zijn nodig om je baby door het geboortekanaal naar buiten te kunnen persen.

Naweeën

Na de geboorte van je baby vind er nog een nageboorte plaats. Dit is de placenta (ook wel de moederkoek) die de baarmoederwand loslaat, waardoor er een soort wond in de baarmoeder ontstaat. Dit zorgt voor enkele naweeën. De wond in de baarmoeder geneest vanzelf weer en doet dat ook in rap tempo. Dit verklaart het bloedverlies waar je een aantal weken na de bevalling nog last van hebt. Hoeveel 'last' je hiervan hebt, verschilt per individu. Sommige vrouwen kunnen enorme last hebben van naweeën, maar andere vrouwen juist weer niet.