Verloop bevalling

Hoe je bevalling precies verloopt hangt van veel factoren af. Het is altijd even afwachten wat er precies gaat gebeuren en hoe jouw bevalling eruit gaan zien. Bevallen is niet bepaald een pretje, maar het is wel fijn om goed voorbereid te zijn. Daarom geven wij je een idee van hoe zo'n bevalling er ongeveer uitziet.

Voorweeën

Voorweeën kun je al een aantal weken voor de bevalling krijgen. Ze worden ook wel 'harde buiken', 'Braxton Hicks' of gewoon 'oefenweeën' genoemd. Voorweeën kunnen pijnlijk zijn, maar dit hoeft niet. En ze nemen ook zeker niet toe in kracht en frequentie. Dan heb je namelijk te maken met echte weeën. Ze kunnen best met regelmaat komen en pijnlijk zijn, maar je hoeft ze nog niet echt weg te puffen. Zolang ze niet steeds pijnlijker worden of sneller achter elkaar is de bevalling dus nog niet begonnen!

Tip: Warmte, zoals een kruik of douche, of even rust helpt vaak tegen pijnlijke harde buiken

Gebroken vliezen

Maar 10% van de bevallingen begint met gebroken vliezen. Dit gebeurt dus echt niet vaak, zoals je meestal wel in films ziet. En het hoeft ook niet altijd een grote plons water te zijn. Wanneer je alleen een scheurtje in de vliezen hebt dan komt het met kleine beetjes. Je kunt het vaak herkennen aan de kleur, geur en het feit dat je het niet op kunt houden zoals met urine. Vruchtwater is meestal helder van kleur, met eventueel witte vlokken. Maar het kan ook groenig of bruinig zijn wanneer je baby in het vruchtwater heeft gepoept. Het ruikt een beetje zoetig en weeïg. Wanneer je vermoed dat je vliezen zijn gebroken moet je altijd meteen de verloskundige bellen. Ook wanneer je twijfelt. Wanneer je vliezen zijn gebroken loop je meer risico op infecties. Daarom moeten binnen 24 uur ook de weeën op gang komen, anders zul je in het ziekenhuis ingeleid moeten worden.

Fasen bevalling

Een bevalling verloopt meestal in 5 verschillende fasen met verschillende 'functies'. De latente fase, de actieve fase en de overgangsfase vormen samen de ontsluitingsfase. De weeën tijdens deze fases zorgen er dan ook voor dat je van 0 naar 10 centimeter ontsluiting, oftewel volledige ontsluiting, gaat. Bij 10 centimeter ontsluiting mag je gaan persen, en hiermee begint dan ook de vierde fase; de uitdrijving. Tijdens de uitdrijvingsfase krijg je persweeën die de functie hebben om je kind uit je lichaam te 'drijven'. Wanneer je kind geboren is, is je bevalling nog niet voorbij. Dan breekt namelijk de laatste fase, de nageboorte, aan. Hierbij moet de placenta en eventuele vliezen nog geboren worden.

1. Latente fase

Wanneer je bevalling begint met weeën begint het met deze fase. In de latente fase is het nog de kunst om te herkennen of het gaat om échte weeën, of oefenweeën. Ze lijken namelijk op elkaar, maar toch komen de weeën in de latente fase iets regelmatiger, zo om de 5 a 10 minuten. Deze weeën zijn vaak ook al pijnlijk, maar dit is nodig om de ontsluiting op gang te brengen. De latente fase levert je als het goed is 3 centimeter ontsluiting op.

2. Actieve fase

Waar je tijdens de vorige fase nog zou kunnen slapen tussen de weeën door, is er hier echt geen sprake meer van. De weeën zijn nu goed op gang en komen vaker, langer en heftiger. Om de 5 minuten heb je een wee die ongeveer een minuut aanhoudt met een hoogtepunt. Je zult ze nu waarschijnlijk echt weg moeten puffen. De actieve fase begint wanneer je ongeveer 3 a 4 centimeter ontsluiting hebt, en eindigt met 8 centimeter ontsluiting. 

In de regel geld tijdens deze fase 1cm ontsluiting per uur, maar iedere bevalling is natuurlijk anders.

Tijdens deze fase zul je ook de verloskundige bellen. Elke verloskundigenpraktijk heeft andere richtlijnen, maar meestal moet je bellen wanneer de weeën een paar uur elke 4 a 5 minuten komen. Wanneer je thuis wilt bevallen moet je zorgen dat alles klaar is voor de bevalling, zoals het kraampakket binnen handbereik. Wil je in het ziekenhuis bevallen dan bepaalt de verloskundige meestal wanneer je moet gaan. Dit is meestal met ongeveer 6cm ontsluiting. Ook breken je vliezen meestal wel tijdens deze fase, wanneer dit nog niet is gebeurd. En wil je pijnbestrijding? Dan moet je daar nu om vragen!

Lees ook: Thuis bevallen - of toch naar het ziekenhuis?

3. Overgangsfase

Dit is de derde en laatste ontsluitingsfase. In deze fase zorgen de weeën dan ook voor de laatste 2cm ontsluiting, van 8 naar 10cm. Deze fase is misschien ook meteen de zwaarste, omdat je baarmoeder zo sterk samentrekt om je kindje het geboortekanaal in te duwen, maar zolang je nog geen volledige ontsluiting hebt past dit nog niet helemaal. Je mag dan ook niet persen tot je 10cm ontsluiting hebt, anders kan het zijn dat de ontsluiting niet doorzet. Wanneer je vliezen nog niet vanzelf zijn gebroken zal de verloskundige dit handmatig doen. Dit doet geen pijn, maar kan wel voor hevigere weeën zorgen. Ze komen ongeveer elke 2 tot 3 minuten. Het einde is wel in zicht!

4. Uitdrijvingsfase

Hoera! Je hebt nu 10cm ontsluiting. En daar worden de meeste vrouwen wel blij van. Je hebt dan wel heftige persweeën, je kindje gaat indalen in het geboortekanaal en het hoofdje moet door een kleine opening wat een branderig en stekend gevoel kan geven. Je hoeft niet meer de weeën en pijn weg te puffen, maar je mag meepersen. Dit moet je niet altijd op volle kracht doen, want dan heb je kans op inscheuren. Je moet nu goed luisteren naar de verloskundige die je aanwijzingen zal geven over hoe je moet persen. De meeste vrouwen bevallen op hun rug, maar je kunt tijdens de bevalling verschillende houdingen aannemen. Aan het eind van deze fase heb jij je baby eindelijk dan op je borst!

5. Nageboorte

Je baby is nu dan eindelijk geboren, maar daarmee ben je er nog niet. Je krijgt nog enkele naweeën die ervoor zorgen dat de placenta loskomt van de baarmoederwand en dat je baarmoeder krimpt. Na een paar keer persen komt de placenta, ook wel nageboorte genoemd, eruit. Deze wordt nagekeken door de artsen om er zeker van te zijn dat er niks achterblijft wat voor infecties kan zorgen. 

Binnenkort worden in meerdere ziekenhuizen de voor- en nadelen onderzocht van het later doorknippen van de navelstreng. Het Leids Universitair Medisch Centrum heeft een tafel ontwikkeld waarop te vroeg geboren baby's direct zorg kunnen krijgen terwijl ze nog verbonden zijn met de navelstreng

Wanneer de navelstreng is doorgeknipt moet je nog eventueel gehecht worden en kun je je kindje borstvoeding geven. Je kunt nog een tijdje last houden van naweeën die vaak heftiger zijn tijdens het voeden. Dit zorgt ervoor dat je baarmoeder samentrekt zodat hij krimpt naar de oorspronkelijke vorm. 

Verloop bevalling tweeling

Moet je bevallen van een tweeling of meerling, dan zal dit altijd in het ziekenhuis zijn. Liggen beide baby's goed, dus met het hoofdje naar beneden, dan mag je als het goed is gewoon vaginaal bevallen. Dit verloopt dan ook niet veel anders dan een 'normale' bevalling. Wel wordt er altijd uit voorzorg een infuus aangelegd om weeversterkende medicijnen te kunnen toedienen wanneer dit nodig is. Wanneer de eerste baby is geboren checkt de gynaecoloog hoe het tweede kindje ligt, want deze wil nog weleens draaien. Wanneer deze dwarsligt dan is een alsnog een keizersnede nodig. Ligt een of beide baby's in een stuitligging dan zul je worden geadviseerd om sowieso te bevallen met een keizersnede. 

Lees ook: Tweelingzwangerschap: wat is er anders?