Fotocredits: Joukje Vissenberg
Wist je dat jouw lichaam antistoffen kan aanmaken tegen het bloed van je ongeboren kindje? Dit is een van de redenen dat je in het begin van je zwangerschap een bloedonderzoek krijgt.
In het begin van je zwangerschap krijg je een bloedonderzoek. Er wordt gekeken naar je ijzerwaardes en of je ziekmakers zoals Hepatitis B of HIV bij je draagt. Wanneer er iets uit het bloedonderzoek komt, neemt de verloskundige altijd contact met je op. Zijn er geen bijzonderheden, dan hoor je niks. Een ander doel van het bloedonderzoek is om jouw bloedgroep te bepalen. Waarom is dit? Dat leggen we je graag even uit.
Weet jij jouw bloedgroep? Ik wist het niet hoor, tot ik mijn bloedonderzoek kreeg tijdens mijn zwangerschap. Maar het is wel heel belangrijk om te weten wat je bloedgroep is en wat je rhesusfactor is.
De rhesusfactor bepaalt of je positief of negatief bent. Dit zijn echte must knows, bijvoorbeeld voor wanneer je na de bevalling zo veel bloed verliest dat je een transfusie nodig hebt. Het kan ook dat jij dankzij de rhesusfactor antistoffen tegen het bloed van je baby aanmaakt en een rhesusprik nodig hebt.
Als uit het bloedonderzoek blijkt dat jij een negatieve bloedgroep hebt, dan krijg je in week 27 van je zwangerschap verder onderzoek om te checken of je kleintje een positieve of negatieve bloedgroep heeft. Wanneer je kindje namelijk een positieve bloedgroep heeft en jij een negatieve, kun je antistoffen gaan aanmaken.
Tijdens je zwangerschap kunnen er rode bloedcellen van de baby in jouw bloedbaan komen. Omdat jouw lichaam deze positieve rode bloedcellen als vreemd herkent, maakt het antistoffen aan. Meestal gebeurt dit pas na de bevalling. De kans op problemen bij een eerste zwangerschap is daarom klein, maar bij een volgende zwangerschap kunnen er wel problemen ontstaan.
Wanneer je tijdens een eerdere zwangerschap antistoffen hebt aangemaakt, blijven deze in het bloed aanwezig. Bij een nieuwe zwangerschap kunnen deze antistoffen via de placenta in de bloedsomloop van het kind komen.
Is je kindje rhesus negatief, dan is er niks aan de hand. Maar als je kindje een positieve bloedgroep heeft, maakt jouw lichaam antistoffen aan tegen het bloed van je kindje. Dit zorgt voor bloedarmoede, waar je kindje flink ziek van kan worden.
Gelukkig kan dit voorkomen worden. In de 30e week van je zwangerschap en na de bevalling krijg je een rhesusprik. Deze prik bevat antistoffen die eventuele positieve bloedcellen van je kindje die in jouw bloedbaan zijn achtergebleven, opruimt. Je lichaam krijgt zo geen kans om antistoffen aan te maken.
De meeste mensen (84%) zijn rhesus positief. Dan maak je geen antistoffen aan tegen je kindje, ook niet wanneer je kindje rhesus negatief is.
Ik hoorde bij die 16% van de mensen met een negatieve bloedgroep en bleek in verwachting te zijn van een kindje met een positieve bloedgroep. Ik werd dus 'verblijd' met een prik in mijn bovenbeen in de 30e week van mijn zwangerschap én nogmaals een paar dagen na mijn bevalling. Als je bang bent voor prikken en naalden is het misschien even slikken, maar ik heb wel eens vervelendere inentingen gehad. Dus no worries! Alles voor de gezondheid van jou en je (toekomstige) kindjes toch?
Bron: Sanquin Bloedbank
Andere artikelen in deze categorie